De meeste dragers van veiligheidsschoenen, dragen deze meer uren per week dan hun ‘privé’ schoenen. Een hoog draagcomfort is daarom belangrijk. Met de juiste schoenmaat en de juiste leestbreedte voorkom je vermoeide voeten en overmatige transpiratie (zweetvoeten…) aan het einde van de werkdag. Natuurlijk draagt een goede demping van de loopzool ook bij aan een hoog draagcomfort. Maar niet alleen dat: Een goede demping voorkomt ook voetblessures. Het is daarom belangrijk de veiligheidsschoen bij intensief gebruik na ongeveer 12 maanden te vervangen.

Veiligheidsschoenen die volgens EN ISO 20347-‘S’ genormeerd zijn, zijn voorzien van een veiligheidsneus die jouw tenen tegen vallende voorwerpen met een max. impact van 200 Joule beschermen. Dit komt overeen met een gewicht van ca. 19,6 kg vallend van 1 meter hoogte. De veiligheidsneuzen kunnen gemaakt zijn van staal, aluminium, composiet of kunststof.

De meeste (niet alle!) veiligheidsschoenen die volgens EN ISO 20347-‘S’ genormeerd zijn, zijn tevens voorzien van een anti-perforatiezool. Deze tussenlaag in de zool beschermt de voeten tegen het binnendringen van scherpe voorwerpen, bv. spijkers. De meeste anti-perforatiezolen zijn gemaakt van staal of kevlar.

Soms is de ondergrond op de werkplek nat en glad. In die gevallen biedt een schoen met een goede anti-slip de nodige bescherming tegen uitglijden en daaruit voorkomende kwetsuren. Volgens de normering wordt onderscheid gemaakt tussen SRA, SRB en SRC. Laat u hierin goed voorlichten door de specialist.

Door te bewegen, kunnen mensen zichzelf ‘statisch opladen’. Als  je dan iets (of iemand) aanraakt, word je ontladen en vaak gaat dit samen met een schok en vonkoverslag. In een ATEX-omgeving, maar  zeker ook als je werkt met elektronische componenten, is dit gevaarlijk (ATEX) en kan er schade (elektronische componenten) ontstaan. Veiligheidsschoenen met een ESD-normering hebben een verlaagde elektrische weerstand in de schoenzolen, waardoor de drager zich eerder elektrostatisch ontlaadt. De kans op vonkoverslag of stroomstoten bij aanraking van een aardpunt wordt  hierdoor sterk gereduceerd.

Zowel te koude als ook te warme voeten voelen voor de drager niet comfortabel. Bij de selectie van een veiligheidsschoen is het verstandig ook hier rekening mee te houden.

Te warme voeten verhoogt de kans op overmatige transpiratie (zweetvoeten) en daarmee de kans op blaarvorming. Overigens draagt een goede werksok zeker bij aan blaarpreventie.

Bij een te koude voet kan het gevoel  in de voeten sterk afnemen, waardoor de kans op voetblessures toeneemt.

Werk je in een omgeving met veel water? Kijk dan voor een veiligheidsschoen met een waterdicht membraan, een schoen uit rubber of met een neopreen bovendeel.